Toespraak 80e Polenherdenking Driel
Toespraak bij de herdenking van de inzet van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade, door de burgemeester van de gemeente Overbetuwe, Patricia Hoytink-Roubos, op zaterdag 21 september 2024 te Driel.
Premier Schoof, minister Parell, excellenties, dames en heren, jongens en meisjes.
80 jaar geleden sprongen hier ruim duizend Poolse parachutisten uit 73 Dakota’s. Op dag 5 van operatie Market Garden. Ze vielen als ‘rijpe herfstappels’ naar beneden. Onder hevig vijandelijk vuur. Met een schok kwamen ze met hun soldatenlaarzen in de Betuwse klei terecht.
De afdruk die ze daarbij achterlieten is na al die jaren misschien vervaagd, maar niet verdwenen. Zeker niet in Driel, waar die afdruk op vele plekken nog herkenbaar is. Maar bovenal is de afdruk van de Poolse parachutisten nog helder zichtbaar als we in de ogen kijken van hun kinderen en kleinkinderen.
Ik vind het bijzonder dat een aantal van hen hier vandaag aanwezig is.
Van harte welkom!
Eén van hen is Peter Lincewicz. Zijn vader Bazyli werd in 1939 gemobiliseerd in het Poolse leger. Hij kwam bij een eenheid terecht die met paarden de Duitse tanks moest tegenhouden. Deze ongelijke strijd was al snel beslist. De eenheid trok zich terug richting Oost-Polen, waar ze werden aangevallen door het Rode leger.
Dit maakte ook Jozef Pietryga mee. Hij vond het vreselijk om het geschreeuw te horen van kameraden die werden overreden door tanks. Dat geschreeuw is hem altijd bijgebleven, zo vertelde zijn zoon Janko. Ook Janko is hier vandaag aanwezig.
Jozef en Bazyli werden ruim 2 jaar vastgezet in een Siberisch krijgsgevangenkamp. Daar moesten ze zien te overleven met een minimum aan voedsel. Jozef overleefde door een handeltje in tabak op te zetten. Met het verdiende geld kon hij af en toe wat extra eten kopen.
Soms daalde de temperatuur tot 60 graden onder nul. Gevangenen die probeerde te ontsnappen werden met prikkeldraad aan een paal vastgebonden. Zij stierven in de kou of werden door wolven aangevallen. Na de Duitse inval in Rusland, werden de Poolse militairen vrijgelaten. Jozef en Bazyli kozen ervoor om zich bij het Poolse leger in Engeland aan te sluiten.
Via Iran en Irak kwamen ze op troepenschip ‘Il de France’ terecht. Met een omweg kwamen ze uiteindelijk in Schotland terecht. Daar ondergingen ze een opleiding om parachutist in de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade te worden. In deze opleiding moesten ze vaak tot het uiterste gaan, want, zo was de filosofie van generaal-majoor Sosabowski: "Verveling is de grootste vijand van de soldaat – training is het antwoord..."
Die training betaalde zich uit toen Jozef en Bazyli hier in Driel terecht kwamen. De landing van de Poolse parachutisten was voor de Duitsers zo’n grote schok, dat ze meteen 5 bataljons verplaatsen. Alleen al daardoor konden de Britten hun strijd langer volhouden.
Met een moed die maar weinigen gegeven is weerstonden de Poolse militairen na de landing de Duitsers en probeerden de linies van de ingesloten Britten te versterken. Jozef stak de rivier over in een rubberen boot en kwam heelhuids aan de overkant. Hij vond dat hij ontzettend veel geluk had, want veel kameraden kwamen om het leven door het meedogenloze mitrailleurvuur van de Duitsers.
Bazyli schoot vanaf deze kant van de rivier mortiergranaten naar de overkant. Ook hij kroop door het oog van de naald, want op een gegeven moment kwam er een Duitse mortier op hun munitievoorraad terecht. Het bleek een blindganger te zijn.
Zo hielden de Poolse parachutisten hier 4 dagen lang dapper stand, waardoor ruim 2000 Britse parachutisten uiteindelijk konden ontsnappen.
Beste mensen,
Na 80 jaar is de onvoorwaardelijke en moedige inzet van mannen als Jozef Pietryga en Bazyli Lincewicz en al die anderen nog altijd een voorbeeld. En het houdt ons een spiegel voor. Welke afdruk willen wij achterlaten voor onze kinderen? Zijn we bereid om te vechten voor iets dat groter is dan onszelf?
Om daar een offer voor te brengen? Ook vandaag is dit hard nodig. We zien dat oorlog dichterbij is gekomen. Letterlijk, door de strijd in Oekraïne.
Maar ook als ik kijk naar ons eigen land, dan lijken de omstandigheden een beetje op die in de jaren ’20 van de vorige eeuw. Ook toen was er polarisatie, antisemitisme, onzekerheid en instabiliteit. Dat zorgde voor een vruchtbare bodem voor het gedachtegoed van de nazi’s.
Laat vandaag de uitkomst niet hetzelfde zijn. Laten we met elkaar de geschiedenis ongelijk bewijzen. Laten we zien dat het wél anders kan, ook al is de situatie op onderdelen vergelijkbaar met toen. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen een steentje kan bijdragen aan vrede en vrijheid. Door de verhalen van toen te blijven vertellen. Door in een wereld van het ‘ik’, hard te werken aan het ‘wij’. Door open staan voor de ander, ongeacht de afkomst of het geloof van die ander.
Want de basis van onze samenleving, in een democratische rechtsstaat, is juist dat iedereen een plek heeft. Dat is een groot goed en zeker niet vanzelfsprekend.
Daar zijn grote offers voor gebracht. Jozef en Bazyli verloren vele kameraden. En na de oorlog konden ze niet meer terug naar Polen. Familie en vrienden zagen ze niet meer terug of pas decennia later. Hoewel de oorlog pijnlijke sporen had getrokken, keken veel Poolse veteranen niet met wrok terug.
Bolek Ostrowski, de nog laatst levende Poolse veteraan, zei hier het volgende over – en ik citeer: “De inzet voor de vrijheid, het moet, het is het waard.” Die houding is nog altijd een voorbeeld. Daarmee hebben Bolek, Jozef en Bazyli – en al die andere dappere parachutisten - een onuitwisbare afdruk achtergelaten in de Betuwse klei, hier in Driel. Laten wij dat voorbeeld volgen.
Dank u wel.